• Laagsteprijsgarantie, hoogste klantwaardering

  • Binnen 5 werkdagen gratis thuisbezorgd vanaf €150,-

  • Gratis retourneren binnen 30 dagen

Een makkelijke moestuin beginnen doe je zo

Een makkelijke moestuin beginnen doe je zo

Je eigen eten verbouwen was nog nooit zo hip. Wie heeft inmiddels niet eigen groenten en kruiden in een minimoestuin gekweekt voor het keukenraam? Ben je toe aan een volgende stap? Ontdek de tips die we met moestuinliefhebber Greetje Janssen op een rijtje hebben gezet. Of het nu in de tuin is of op het balkon, een makkelijke moestuin gaat je lukken.

Welke plek is geschikt?

Als je begint met een moestuin is de plek het belangrijkste aspect. Veel groenten zijn zonaanbidders en hebben daarom zoveel mogelijk zon nodig. Zo’n 6 tot 8 uur per dag is perfect. Woon je in een flat en heb je veel zon op je balkon? Dan is je balkon zeer geschikt om te moestuinieren.

Er zijn gelukkig ook groenten die van halfschaduw houden. Met 3 tot 6 uur zon op een dag verbouw je prima verschillende slasoorten, bieten, spinazie of bijvoorbeeld worteltjes. Heb je geen plek bij je huis? Dan is een stukje grond huren zoals een volkstuintje een idee. Je ontmoet ook nog eens andere liefhebbers van de moestuin en zo kun je samen tips uitwisselen. Naast de zon heb je natuurlijk ook water nodig bij een moestuin. Zorg ervoor dat je een regenton, een bron in de grond of kraanwater in de buurt hebt.

Klein maar fijn

Bij een moestuin denk je al snel aan een metersgrote achtertuin met bedden vol diverse groenten boven of onder de grond. Maar één vierkante meter kan al genoeg zijn voor een kleine moestuin. Dit kun je in de volle grond doen, in een grote bak of leg een moestuin aan in potten. Met verschillende bloempotten op een balkon of terras kom je al heel ver. Let er wel op dat bij potten het water onderin weg kan lopen en kies voor groenten die niet zo diep wortelen. Radijsjes, sla, tomaten en paprika’s zijn perfect voor in potten.

Ga je in de volle grond aan de slag? Kom er dan eerst achter welk soort grond je in je tuin hebt. De drie bekendste grondsoorten in Nederland zijn zand, klei en veengrond. Je kunt het zelf testen door een handjevol grond te pakken en erin te knijpen. Als het makkelijk uit elkaar valt, heb je zandgrond. Klontert het en kun je er een rolletje van maken? Dan is het klei. Veengrond zit hier tussenin en is zwart/bruin van kleur. Bij elk grondsoort is het voor een moestuin belangrijk dat je compost toevoegt. Zo zorg je voor voldoende voedingsstoffen in de grond. Laat de grond nooit onbedekt. Met een laagje compost, bladeren en snoeiafval op de bodem bevorder je het bodemleven en dus de vruchtbaarheid van de bodem. Op en in een vruchtbare bodem groeien jouw kruiden, groenten maar ook bloemen het beste.

Bij de indeling van je nieuwe moestuin kun je kiezen om de soorten uit één gewasgroep bij elkaar te planten. Dus zorg voor aparte vakken met bijvoorbeeld vruchtgroenten, bladgroenten of peulgewassen. Schuif na één jaar iedere gewasgroep een vak op. Zo voorkom je ziektes en uitputting van de bodem. Maak het jezelf gemakkelijker door klein te beginnen. Zo houd je het overzichtelijk en kun je het proces goed volgen. Kijk wel goed op de etiketten hoe groot een plant wordt. Een courgetteplant begint klein, maar wordt uiteindelijk één vierkante meter. Dus denk vooruit en bepaal wat geschikt is voor jouw plekje.

Het moestuinseizoen

Het voorjaar is voor velen de start van het moestuinseizoen. Als de zon zich weer laat zien, mag je beginnen met voorzaaien. Voorzaaien is het alvast binnenshuis kweken van jonge plantjes. Dit doe je in een kasje of voor een raam waar veel zon naar binnen schijnt. Op het etiket van je zaden staat of de groente geschikt is voor voorzaaien en wat de exacte maand is om de plantjes in volle grond of definitieve pot te zetten.

Heb je niet genoeg zon in huis of wil je liever wachten? Dan is IJsheiligen de dag waar je naar uit kunt kijken. Rond 15 mei is de vorst verdwenen en is het mogelijk om buiten direct in de volle grond te zaaien. Dit is ook het moment dat je de meeste jonge plantjes van binnen op hun definitieve plek in de tuin kunt planten. Bewaar goed de etiketten van je groenten of kruiden. Hier vind je alle informatie over hoever je plantjes uit elkaar moeten komen te staan en de oogsttijd.

In principe valt de meeste oogsttijd in de zomer. Een leuke tip is om in series te zaaien. Dus niet alle peulen tegelijkertijd, maar in mei een aantal en vier weken later zet je er een nieuwe serie bij. Zo krijg je porties en gaat het oogsten meer verspreid over de tijd. Tot in de nazomer kun je nog genieten van je eigen gekweekte groenten of kruiden. In de zomer begin je al met het zaaien van wintergroenten als je dat leuk vindt. Zoals boerenkool en spruiten, die kun je in de herfst en winter oogsten. Nadat je deze hebt geoogst, kan het zijn dat je moestuin een tijdje leeg is. Bedek dan de kale grond met compost en ander organisch materiaal uit de tuin. Voor je het weet is het weer voorjaar en mag je weer aan de slag.

Makkelijke moestuingroenten

Wat zijn nu de favoriete groenten om een moestuin mee te beginnen? Op nummer één staan de slasoorten. Volgens Greetje moet dit altijd wel lukken. Vooral de rucola gaat altijd goed. Haal de bloemetjes uit de rucola als je wilt voorkomen dat het zichzelf uitzaait. Ook radijsjes, peulen en kleine kerstomaatjes zijn prima groentes om mee te beginnen in het eerste jaar van je moestuin.

Ben je al wat verder met een moestuin? Probeer dan eens binnen een groepsgewas een nieuwe variant uit. Standaard is bijvoorbeeld de oranje Halloween-pompoen, maar ga nu eens voor een flespompoen. Bij courgette zou je kunnen uitbreiden met bolcourgettes of gele courgettes. Deze zijn net wat onbekender. Of verdiep je in polycultuur. In dat geval plant je niet per gewasgroep, maar ga je juist combineren. Je werkt dan met plantencombinaties die elkaar versterken en helpen. Greetje werkt zelf al een aantal jaren volgens deze principes.

De uitdagingen van een moestuin

Naast dat de groente van zichzelf een uitdaging kan zijn, zijn er ook andere externe factoren die een moestuin uitdagend maken. Heb je een heel regenachtig seizoen? Dan heb je bij tomaten een grote kans dat je de aardappelziekte erin krijgt. Dan zijn je planten helaas verloren. Dit is een reden dat Greetje, en met haar vele anderen, voor de zekerheid de tomaten in een kleine kas hebben staan. Een andere uitdaging is juist droogte. Op zandgrond trekt het vocht zo weg en moet je druk in de weer om te zorgen voor genoeg water. Ook door de bodem te bedekken met organisch materiaal voorkom je uitdroging.

In een tuin komen natuurlijk dieren voor. Door te werken aan de juiste balans kun je in de meeste gevallen plagen voorkomen. Door in jouw tuin plaats te bieden aan vogels en egels, is de kans minder groot op een slakkenplaag. Mochten deze dieren de weg naar jou tuin alsnog gevonden hebben, ga dan aan de slag met huis, tuin en keukenmiddeltjes. Denk bijvoorbeeld aan koffiedik, schelpengruis of cacaodoppen om slakken weg te houden bij je sla. Gebruik geen chemische bestrijdingsmiddelen. Dit verstoort het natuurlijke evenwicht en is natuurlijk ook niet gezond voor mens en dier. Om luizen bij tuinbonen weg te houden kun je dille ernaast zaaien. Zo houd je op een natuurlijke manier de beestjes op afstand. Heb je last van muizen? Dan kan lavendel weleens de oplossing. Zo is voor iedere uitdaging wel weer een handige tip bedacht. De belangrijkste moestuintip van Greetje is dat je geen fouten kunt maken. Je moet gewoon beginnen en kijken wat lukt en wat niet lukt. Probeer vervolgens te ontdekken waar het aan ligt en wat je eraan kunt veranderen. Geen moestuinjaar is hetzelfde en je leert elk jaar weer bij.

Het starterspakket

Ben je overtuigd en wil je nu zelf aan de slag? Met dit boodschappenlijstje van Greetje kan de start van je eigen moestuin beginnen.

  • Biologische zaden en/of plantjes
  • Gieter of tuinslag
  • Schepje
  • Tuinhandschoenen
  • Compost (voor volle grond)
  • Biologische moestuingrond (voor potten of bakken)